Een bloempje met een wel heel goed omschrijvende naam: Bijenvoer. De Latijnse naam van dit prachtige bloempje met lila bloemen is Phacelia tanacetifolia. De naam “bijenvoer” heeft dit soort niet voor niets gekregen: bijen zijn er dol op. De bloem maakt veel nectar waar bijen honing van maken én veel stuifmeel wat bijen gebruiken om hun larven te voeden. Vlinders en hommels zijn ook dol op bijenvoer vanwege de nectar. Bijenvoer wordt ook gebruikt als groenbemester. Na de groei wordt het omgespit zodat er meer voeding in de grond komt voor de volgende planten. Ook kan een veldje na de oogst van bijvoorbeeld graan ingezaaid worden met bijenvoer om onkruid geen kans te geven. Als het veld vol staat met snelgroeiend bijenvoer kan er geen onkruid meer bij. Aangezien bijenvoer niet tegen vorst kan, is het jaar erna het veld klaar voor een nieuwe ronde van de doelplant. Bijenvoer is geliefd in de biologische teelt vanwege deze goede eigenschappen. Omdat deze plant zo snel groeit, mag je op heel verschillende tijden zaaien. Zaaien kan tussen maart en 20 augustus. De kiemtijd is 2 weken, de periode tot bloei is 8 weken. Zaaien na 20 augustus is niet aan te raden, omdat het weer dan al slechter wordt en de plant misschien niet meer tot bloei komt. De bloei kan doorlopen tot oktober. Zorg ervoor dat de grond waarop gezaaid wordt gefreesd of geploegd is. Zaai met een dichtheid van ongeveer 0,6 tot 1,2 gram per vierkante meter. Gemiddeld is 1 gram per vierkante meter prima. Kies een plek in de volle zon. In de halfschaduw redt bijenvoer zich ook prima. Bijna alle grondsoorten zijn geschikt. Bijenvoer doet het het beste op licht voedselrijke bodem, matig vochtig maar liefst niet erg droog. De plant overleeft droogte prima maar maakt dan weinig nectar.