Het aanplanten en onderhouden van siergrassen

Bekijk de video met Pennisetum Hameln of Lampenpoetersgras
Siergrassen aanplanten en onderhouden, in deze gebruiksaanwijzing leest u hoe u siergrassen zoals Lampenpoetsersgras of Carex kan planten.
Onderaan deze pagina kunt u de gebruiksaanwijzing downloaden
Het aantal siergrassen dat u in een border of pot zet hangt af met name af van de omvang van het siergras na 1 of 2 jaren.
Grassen zoals lampenpoetsergras(Pennisetum), Blauw schapengras (Festuca) en de diverse Zegge (Carex) soorten kunt u in een border ongeveer 30 cm uit elkaar planten. Bij borders breder dan 40 cm verdeelt u het gras in 2 rijen in dambordpatroon, zie de eerste afbeelding.
De bovengenoemde grassen worden maximaal 60 cm hoog en vullen de bak of border mooi op.

Bakken met siergrassen
Als u aan de gang gaat met diverse soorten Miscanthus of Panicum en deze bijvoorbeeld in eer rij zet kunt u bij de kleine potmaten 45 cm afstand aanhouden tussen het gras. Bij de grotere potmaten kunt u een halve meter er tussen houden.
Het grote siergras Cortaderia is een blikvanger die ook op zijn eigen prima tot z’n recht komt. U kunt deze solo in een hoek zetten of langs het water. Als u snel een grote bos wilt dan zet u drie planten in een driehoek dicht tegen elkaar.
Snoeien van siergrassen
Siergrassen kunt u verdelen in 2 soorten. Groenblijvend in de winter en bovengronds afstervend in de winter.
De afstervende soorten zoals lampenpoetsersgras (Pennisetum) kunt u rond 1 maart tot een paar cm boven de grond in zijn geheel terug knippen. U laat in de winter het droge gras met de verdroogde pluimen gewoon staan. Dit droge gras ziet er vaak nog mooi uit en het beschermd tegen kou. Andere soorten die u terug knipt zijn Miscanthus, Cortaderia en Panicum.
Carex en Festuca zijn groenblijvende grassen, deze hoeft u alleen bij te knippen als er bijvoorbeeld veel dode bladpunt in het gras zitten. U doet dit door het gras met een vuist beet te pakken en met de andere hand boven de vuist af te knippen. Hierdoor oogt het weer fris.
Bemesting van siergrassen
U bemest siergrassen 1 maal per 100 dagen met als startdatum half maart. U kunt hiervoor DCM meststof voor siergrassen gebruiken.
Heeft u nog vragen, neem dan gerust contact met ons op.
Veel gestelde vragen over het planten en verzorgen van siergrassen (FAQ)
Siergrassen zijn over het algemeen resistent tegen ziekten en plagen. Zorg voor goede luchtcirculatie en vermijd overbewatering om schimmelproblemen te voorkomen.
Sommige Carex-soorten en leliegras (Liriope muscari) verdragen schaduw en zijn geschikt voor schaduwrijke locaties.
Siergrassen kunnen worden vermeerderd door deling. Dit doe je het beste in het voorjaar. Graaf de plant op, verdeel de wortelkluit in delen en plant deze opnieuw.
De meeste siergrassen zijn winterhard en kunnen koude temperaturen verdragen. Niet-groenblijvende soorten sterven bovengronds af en lopen in het voorjaar opnieuw uit. Groenblijvende soorten behouden hun blad in de winter.
Siergrassen voegen textuur en beweging toe aan de tuin en kunnen goed gecombineerd worden met vaste planten en bloeiende soorten. Gebruik lagere grassen aan de voorkant van borders en hogere soorten als achtergrond of solitair element.
Ja, veel siergrassen zijn geschikt voor potten. Zorg voor een pot met goede drainage en gebruik kwalitatieve potgrond. Regelmatige watergift en bemesting zijn essentieel voor gezonde groei.
Siergrassen gedijen het beste in goed doorlatende grond. Zorg ervoor dat de bodem niet te nat is, vooral in de winter, om wortelrot te voorkomen.
Bemest siergrassen één keer per 100 dagen, te beginnen in half maart. Gebruik hiervoor een meststof van natuurlijke oorsprong, zoals DCM-meststof voor siergrassen.
Siergrassen worden onderverdeeld in groenblijvende en niet-groenblijvende soorten. Niet-groenblijvende soorten, zoals lampenpoetsersgras (Pennisetum), snoei je rond 1 maart terug tot enkele centimeters boven de grond. Laat het droge gras in de winter staan voor bescherming en esthetiek. Groenblijvende soorten, zoals Carex en Festuca, hoef je alleen bij te knippen als er veel dode bladpunten zijn. Pak het gras met een vuist vast en knip boven de vuist af voor een frisse uitstraling.
e plantafstand hangt af van de uiteindelijke grootte van het siergras. Voor kleinere soorten zoals lampenpoetsersgras (Pennisetum), blauw schapengras (Festuca), en diverse zegge (Carex) soorten, wordt een afstand van ongeveer 30 cm aanbevolen. Bij bredere borders (>40 cm) kun je in een dambordpatroon planten. Grotere soorten zoals Miscanthus of Panicum plant je met een onderlinge afstand van 45-50 cm.