Beschrijving
Magnolia ‘Genie'(Beverboom of Tulpenboom) op stam
Verzorging van Magnolia ‘Genie’ (Beverboom of Tulpenboom) op stam
De Magnolia ‘Genie’ vraagt weinig onderhoud. Geef vooral in droge periodes voldoende water, zeker het eerste jaar na aanplant. In het voorjaar kun je licht snoeien om de vorm mooi te houden, maar zware snoei is niet nodig. Gebruik een mulchlaag van compost of boomschors om de wortels koel en vochtig te houden en jaarlijks te voorzien van voedingsstoffen.
Plaats bepaling voor de Magnolia
Als u een grotere boom heeft gekocht of gaat kopen en u wilt deze succesvol laten groeien dan is de plaats van de boom het eerste wat u bedenkt.
U gaat hierbij het volgende rijtje af: ruimte, water en wind.
Ruimte
Als u boom aanschaft met nu nog een beperkte kruin, heeft deze kruin dan over 5 jaar nog voldoende ruimte om te groeien in u tuin. Voor bomen als een Catalpa en Salix (Wilg) is dit iets anders, deze snoeit u immers jaarlijks terug en krijgen elk jaar weer een bepaalde omvang.
Water
Bomen hebben water nodig, dit kan voor een deel grondwater zijn maar ook regenwater. Door vaste bestrating gaat geen regenwater. Haal hiervoor bestrating weg zodat u een mooie boomspiegel krijgt. De boomspiegel is de opengrond onder de boom.
Wind
In ons mooie land wil het wel eens waaien, meestal uit het westen. Heeft u een besloten tuin dan hoeft u minder maatregelen te treffen, u kunt dan met 1 boompaal af. Plaats u de boom in een open plek waar het veel waait of plaatst u een leiboom met een scherm dan is 2 boompalen een must.
Een Magnoliaboom planten
Als u de plek voor de boom heeft bepaald en u gaat de boom planten, graaft u dan een gat wat ongeveer 2 maal zo groot is als de kluit/pot van de boom. Zit er een pot onderaan de boom, haal deze er dan af. Zet de boom in het gat en gooi het gat dicht met de tuingrond gemend met DCM Vivimus. Dit zorgt ervoor dat de boom beter weg groeit. De bovenkant van de kluit mag 5 tot 10 cm onder maaiveld komen te staan.
Boompalen plaatsen
Als u een boompaal gaat plaatsen neem dan voor de grote bomen een paal van 250 cm. Heeft een boom van bijvoorbeeld 140 cm dan neemt u een boompaal van 160 cm. Deze slaat u op een afstand van 25 cm van de stam van de boom in de grond. Let hierbij op dat u niet door de kluit van de boom slaat. Als de grond te hard is kunt u het gat eerst voorboren met een palenboor.
Als de boom en de boompaal staan neemt u boomband en wikkelt u dit 1 maal om de boom en paal en spijkert of schroeft deze vast in de paal
Boompaal 250 cm met boomband
Water geven:
Na het planten geeft u de boom water. Afhankelijk van de tijd van het jaar blijft u dit dagelijks doen totdat de boom voldoende is geworteld. In de late herfst en winter is dit niet noodzakelijk. Als u in de Herfst/winter plant geeft dan de boom in het voorjaar extra water.
Deskundig advies 
